Foto: Mark van der Zouw ©
Weerbare kinderen: ‘Roep brand, niet help’
Een plankje doormidden slaan, een trap tegen de knie en goed ‘stop’ leren zeggen. Jonge meisjes doen vaker een zelfverdedigings-cursus. Deze drie hadden er veel baat bij. ‘Je moet niet te dicht bij andere mensen komen.’
Charlie (10) heeft haar plankje meegebracht. Van blank hout, zeker anderhalve centimeter dik. Er staat een datum opgeschreven. Ze heeft het zelf doormidden geslagen, zegt ze met een klein lachje. Hoe? Nou, gewoon, met haar hand. Goed oefenen. Ze kon het niet meteen.
Als we vragen waarom ze dat heeft geleerd, haalt ze haar schouders op. “Het is iets om trots op te zijn,” zegt vriendin Evelien bijna plechtig. Ze buigt nog net niet voorover naar het opnameapparaat.
De vriendinnen Charlie Neef, Evelien de Jong en Nova Lenos (alledrie 10) zijn bij Evelien thuis, in de Volewijck in Amsterdam-Noord, om te vertellen over de cursus zelfverdediging die ze samen hebben gevolgd.
Fietsen
Niet dat ze iets naars hebben meegemaakt. Als je ze vraagt of er ooit iets vervelends is gebeurd op straat, komen ze op een verloren huissleutel – ís ook vervelend – en auto’s die nooit stoppen als je een drukke straat moet oversteken. Ze hebben dan ook niet zelf bedacht zo’n cursus te gaan volgen, dat idee kwam van Eveliens moeder Mirjam de Jong (42), verpleegkundige bij Zigzag, een gespecialiseerd kinderdagverblijf.
“Het ging mij vooral om het fietsen,” zegt zij. “Hier in Noord zijn het toch wel behoorlijke afstanden die ze afleggen. Naar de muziekschool bijvoorbeeld. Ze hoeft niet alleen, maar ze wil het wel. Ze wil graag zelfstandig zijn.”
De drie meiden hebben tien avonden getraind in weerbaarheid en zelfverdediging bij Maria-Luisa Manrique Hehl (54), via stichting Sta Sterk. “Mijn hele cursus zit in dat plankje,” zegt zij.
“Om dat doormidden te kunnen slaan, moet je je ademhaling onder controle krijgen. Een goede techniek hebben, anders krijg je blessures. En wat je denkt, is heel krachtig. Als jij denkt: dit lukt me nooit, kom je er zeker niet doorheen. Maar je doel ligt eráchter, je moet erdoorheen denken.” Ieder kind haalt het, zegt Manrique Hehl. “Ik zorg ervoor dat ze niet opgeven.”
Het meeste pijn
De meiden kunnen nauwelijks wachten tot ze iets mogen voordoen. Evelien en Nova staan tegenover elkaar, Evelien houdt de armen van Nova vast. De verdediging gaat in drie stappen: eerst de armen wegdraaien, dan een stevige trap tegen de knie – de knie is altijd bereikbaar, ook voor kinderen – en dan een klap tegen de slaap. “Daar doet het het meeste pijn,” zegt Nova. Terwijl ze zich loswerkt, schreeuwt ze ‘laat – me – los!’ en daarna: “Brand!!!”
Brand?
Ja, dat vinden de meiden ook raar, dat dat moet. “Als je help roept, worden de mensen bang,” zegt Evelien. Charlie: “Of ze denken dat het een grapje is. Terwijl ze bij brand gaan kijken of het echt zo is.”
Evelien vindt het stom, dat het zo werkt. “Als iemand om hulp vraagt, is dat iets belangrijks. Ik vind het raar als mensen dan weggaan.”
“Brand roepen heeft een alarmerende functie,” zegt Manrique Hehl. “Als je help roept, schrikken mensen. Hun persoonlijke veiligheid komt in het geding, ze willen nergens bij betrokken worden.”
Cynisch genoeg vinden mensen brand juist heel aantrekkelijk, zegt ze. Ze maakte het zelf eens mee, toen ze zag dat in de wc van een trein iemand papier had aangestoken. “Ik riep: brand! Nou, daar kwamen ze hoor. Sommigen belden de brandweer, anderen wilden foto’s maken.”
Stapje verder
Maria-Luisa Manrique Hehl werd geboren in Duitsland. Ze kwam als minderjarige naar Nederland. Een heftig verhaal, zegt ze, waar ze niet te veel over los wil laten. Ze was heel kwetsbaar, woonde in een caravan en kreeg te maken met geweld en een poging tot verkrachting. Een keer door een bekende, een keer door een onbekende.
Ze deed een tweejarige opleiding zelfverdediging in Utrecht, en begon in 2000 met lesgeven. Nu geeft ze lessen in en rond Amsterdam. “Verreweg de meesten die misbruik van je maken en over je grenzen heen gaan, zijn bekenden. Die nemen de tijd, gaan steeds een stapje verder. Daar kun je je tegen wapenen. Daarvoor moet je leren luisteren naar je gevoel, wat er gebeurt als iemand over je grenzen gaat.”
Best complexe materie, maar ook voor tienjarigen inzichtelijk te maken. Een oefening: de kinderen maakten lelijke opmerkingen naar elkaar, gaven complimenten, of raakten elkaar aan. Daarna moesten ze zeggen of ze daar een ja-gevoel of een nee-gevoel bij hadden. “Dat werkte heel goed.”
Ze merkt dat de animo voor cursussen groeit, zeker als ze benadrukt dat het niet alleen gaat om fysieke zelfverdediging. Want die tienjarige meiden, die wegen niet veel meer dan 30 kilo. Wat kunnen zij nou inbrengen tegen een volwassene die kwaad wil?
Het voorbeeld van Anne Faber, de vrouw die in september vorig jaartijdens een fietstocht werd belaagd door een vreemde en dat niet overleefde, staat iedereen nog helder op het netvlies. En dat was nog een volwassen vrouw.
“Dat soort situaties is natuurlijk heel moeilijk,” zegt Manrique Hehl. “Ik was er niet bij, zij kan het helaas niet meer navertellen. Ik weet niet of er bij haar alarmbellen zijn gaan rinkelen en of en wanneer zij haar onderbuikgevoelens, haar intuïtie, heeft weggeredeneerd.”
Rollenspel
Het is de kern van weerbaarheidstrainingen: weten wat je waard bent, voor jezelf opkomen. “In een ontmoeting met een onbekende dader is er eerst een testfase. Daarna word je wel of niet geselecteerd,” zegt Manrique Hehl.
Ze had een keer een cursiste die was belaagd door jongens op de fiets. Ze lieten haar stoppen, het werd heel akelig. “In de les hebben we de situatie in een rollenspel nagespeeld. Het is belangrijk om erachter te komen waarom jij eruit wordt gepikt, wat het is in jouw houding.”
“Daar zijn allerlei ideeën en mythes over: dat je in je eentje op de fiets met een kort rokje aan eerder slachtoffer wordt. Dat is niet zo. Het gaat erom hoe kwetsbaar je overkomt. Dat kan je houding zijn, maar ook als je wat gedronken hebt. Daar kunnen anderen misbruik van maken.”
“Alles is communicatie,” zegt ontwikkelingspsycholoog Steven Pont. “Je kleren, je oogopslag. Als je kwetsbaar overkomt, of juist sterk, vergroot of verklein je de kans dat je eruit wordt gepikt. Maar dat zijn geen zekerheden. Je moet uitkijken dat je geen schijnveiligheid creëert, een false sense of safety. Denk vooral niet: ik heb die cursus gevolgd, dus ik kan wel om half vier ’s nachts door een donker straatje rijden.”
Verbouwereerd
Maar als het aan je houding ligt, is het dan je eigen schuld als je slachtoffer wordt? “Je kunt de ander niet veranderen,” zegt Manrique Hehl. “Weten hoe je overkomt, kan een enorme eyeopener zijn.”
Pont: “Je verzekert je huis ook tegen brand. Dat betekent nog niet dat het je schuld is als er brand uitbreekt.”
Manrique Hehl noemt iets wat haar zelf is overkomen en dat ze weleens gebruikt in haar cursussen. Ze was rond de 30 en liep op het Amstelstation. Het was tijdens de spits, er waren dus mensen, en toch voelde ze dat er iemand achter haar liep.
Ze raakte in paniek. Ze nam een zij-uitgang en er kwam een man achter haar aan. “Ik wist: hij wil me verkrachten. Dat voelde ik aan alles, ik was heel bang. En toen dacht ik: wat krijgen we nou? Ik heb me omgedraaid, ben stil gaan staan en heb hem aangekeken.”
“Hij bleef staan, was heel verbouwereerd. Met die actie had ik het spel doorbroken. Hij vloekte, heeft me nog wel een trap gegeven, maar is toen weggegaan. Dat was een sleutelmoment.”
Roze pakje
Het gaat, zeggen Pont en Manrique Hehl, vooral om mentale weerbaarheid. Pont: “Slachtoffers denken vaak: dit zal wel normaal zijn, of ik zal dit wel verdiend hebben.”
Meisjes worden daarin grootgebracht. Hij refereert aan een onderzoek met een vier maanden oud kind, in de wachtkamer van een huisarts.”
“De baby had een roze pakje aan, de moeder liet het kind een minuutje achter bij vreemden om medicijnen te kunnen halen. “Dit is Jacqueline, zei de moeder dan. Alsjeblieft. Als je dan hoort wat die mensen zeggen tegen zo’n kind: oh wat ben je mooi, oh wat kijk je lief uit je oogjes.”
Vervolgens kreeg de baby een blauw pakje aan (‘Dit is Bas’) en werd het experiment herhaald. “Toen zeiden ze: jij bent sterk! Oei, wat knijp je hard in mijn vingers! Meisjes worden, blijkt, al vanaf vier maanden grootgebracht met het idee dat ze lief, leuk en aardig moeten zijn. Terwijl dat natuurlijk niet betekent dat ze mensen over hun grenzen moeten laten gaan.”
“We hebben veel schopdingen geleerd,” zegt Nova. “Maar dat mag alleen in nood. Je moet eerst schreeuwen. En stop zeggen zonder je arm vooruit te steken, anders lijkt het net of je ruzie zoekt. Je moet niet te dicht bij andere mensen komen.”
En, ook handig: als iemand vervelend doet, niet vrágen of hij wil ophouden, maar zeggen: stop. “Anders is het een uitnodiging om weer iets terug te zeggen.”
Hier word je weerbaar
De meeste weerbaarheidstrainingen voor kinderen hebben sociale en fysieke elementen, en bieden daarnaast ontspanningsoefeningen zoals yoga of meditatie. Een greep uit het aanbod.
Sta Sterk
Weerbaarheid en zelfverdediging, voor meisjes en vrouwen. Groot aanbod in heel Noord-Holland.
www.stasterk.nl
Jimmy’s weerbaarheid voor kinderen
Trainingen in groepsverband of individueel, met de nadruk op meditatie en boksen. Amsterdam-Noord, 5-14 jaar.
www.weerbaarheidvoorkinderen.com
Rots en water
Weerbaarheidstraining via de ouder-kindteams van de gemeente Amsterdam in samenwerking met de basisscholen voor kinderen van groep 5, 6 en 7. Diverse cursussen in verschillende stadsdelen.
www.rotsenwater.nl
Dit artikel is oorspronkelijk geplaatst in het Parool. Zie https://www.parool.nl/stadsgids/weerbare-kinderen-roep-brand-niet-help~a4604120/